2012/06/02

Imago en larve

Gallen van galwespen zijn vaak bijzonder opvallend en kleurrijk, maar de veroorzakers zijn dat niet. Volwassen galwespen (imago's) zijn kleine insecten (tussen 1 en 8 mm groot) die meestal nogal donker gekleurd zijn (zwart, bruin, roodachtig). Ze hebben:
  • een naar beneden gerichte kop
  • draadvormige antennen
    • zonder knik of knotsvormig uiteinde
    • bestaande uit 12 tot 16 segmenten
  • een gebocheld borststuk (mesosoma)
  • een zijdelings samengedrukt achterlijf (metasoma) dat er in zijaanzicht rond tot ovaal uitziet
Net zoals bij wespen, bijen en mieren is het achterlijf ook bij galwespen duidelijk ingesnoerd (de “wespentaille”). Men spreekt daarom van het mesosoma (het borststuk plus het eerste segment van het achterlijf) en het metasoma (de rest van het achterlijf na de insnoering).
Bij vrouwtjes is onderaan het achterlijf een “doorn” te zien. De dunne flexibele legboor zit verborgen in het achterlijf.

3 typische voorvleugels van Cynipidae: matig gereduceerde adering, geen pterostigma.
 BRON: Eady, Quinlan, 1963, p. 7. CC BY-NC-SA 2.0 UK


De vleugeladering is bij galwespen matig gereduceerd. Een pterostigma ontbreekt altijd.

Voorvleugel van een galwesp. De met rode stippen aangeduide ader loopt min of meer naar het midden van de dwarsader.
 BRON: Eady, Quinlan, 1963, p. 7. CC BY-NC-SA 2.0 UK. Aanwijzingen in het rood zelf aangebracht.


Galwespen zijn als familie vrij eenvoudig te herkennen. Het onderscheid met de Figitidae (uit dezelfde superfamilie der Cynipoidea) kan wel problematisch zijn.

Voorvleugels van 3 soorten uit de zusterfamilie Figitidae. De adering lijkt sterk op die van galwespvleugels, maar let op de ader die bij de vorige afbeelding in het rood was aangeduid: in deze gevallen wijst de ader niet in de richting van het midden van de dwarsader.
BRON: Eady, Quinlan, 1963, p. 7. CC BY-NC-SA 2.0 UK


Larven van galwespen zijn vaak volledig wit of anders licht gekleurd (met uitzondering van bepaalde delen van de kop, met name de mandibels). De houding is gekromd, ineengedoken met de vrij grote kop enigszins verborgen. Volledig ontwikkelde larven bestaan uit 13 segmenten na de kop. Het oppervlak van de segmenten is glad, zonder haren of stekels. De mandibles hebben 3 tanden (de meeste parasieten die in galwespgallen gevonden worden hebben mandibels die eindigen in één enkele sikkelachtige punt).


**************************

BRONVERMELDING

De tekeningen van de voorvleugels zijn afkomstig uit het werk: R.D. Eady, J. Quinlan: Hymenoptera, Cynipoidea: Key to families and subfamilies and Cynipinae (including galls), Royal Entomological Society of London, London, 1963
This work is licensed under a Creative Commons Attribution – Non commercial – Share alike 2.0 UK: England & Wales License (CC BY-NC-SA 2.0 UK)

 **************************